Het bijzondere van een dichtbundel,
is de eenvoud waarmee ik de bundel
pak, open en volkomen ingenomen kan worden door slechts één gedicht te
lezen. Terug op de plank blijft de tekst nog uren door mijn hoofd
zingen.
In 1995 zag ik "Vertrouwd en o zo vreemd" op TV. Een avondvullend
programma van Wim Kayzer bij de VPRO waarbij o.a. enkele schrijvers aan
tafel uitgenodigd waren. Joseph Brodsky (Nobelprijswinnaar voor de
literatuur in 1987) was één van hen. Ik had nog nooit van Brodsky
gehoord. Ik herriner me een klein, fragiel hoofd dat onomwonden
verhaalde over zijn verleden (waaronder 5 jaar dwangarbeid in de
Sovjet-Unie) zonder ook maar enig sentiment te willen oproepen, hoezeer
gespreksleider Kayzer ook bleef hengelen naar "het diepste van zijn
ziel".
Het sentiment zat die avond zichtbaar in wat de man niet zei, waar de
stiltes vielen, waar zijn ogen spraken.
Uit de bundel "Ex Ponto" (gedichten 1961-1995) het gedicht "Blues".
Blues
Achttien jaar bracht ik door in Manhattan.
Mijn huisbaas leek aardig maar bleek evengoed
een etter te zijn. Wat kan ik die man haten.
Geld is groen, maar het stroomt als bloed.
Ik moest de rivier maar eens oversteken.
New Yersey lonkt met zwavelgeel vertoon.
Van getelde jaren valt weinig meer te vrezen.
Geld is groen, maar groeit niet aan een boom.
Ik neem mijn boeltje mee, mijn oude sofa.
Maar wat moet ik met het uitzicht aan?
Ik zal het blijven missen tot ik doodga.
Geld is groen, maar je wordt er treurig van.
Doorgaans kent een lichaam zijn bestemming.
Het is je ziel die maakt dat je soms bidt,
al vliegt daarboven uitsluitend een Boeing.
Geld is groen, mijn haar haast wit...
1992
|
Wekelijks verschijnt een nieuwe
BITS.
Op de hoogte blijven?
(svp je mailadres, o.v.v BITS)
|